Nee, jouw gezin is bij lange na niet de enige
De gemoederen kunnen hoog oplopen tijdens een potje Monopoly. Als het spelbord bij jou thuis weleens over de tafel is gevolgen, is jouw gezin daar geen uitzondering in. Zo blijkt uit onderzoek dat 81 procent van de Nederlandse gezinnen ruziet wanneer ze het spel spelen.
Boze kinderen
Als jij in de gevangenis belandt tijdens een potje Monopoly vind je dat vervelend, maar kun je er vaak ook om lachen. Maar bij kinderen staat het huilen dan vaak nader dan het lachen. Het resultaat? Ruzie. Uit onderzoek van Monopoly, onder 1000 Nederlandse en Belgische respondenten met kinderen onder de 8 en 12 jaar, blijkt dat 81 procent van die gezinnen ruzie weleens krijgt tijdens het spel. In een kwart van de gevallen is er zelfs áltijd sprake van ruzie tijdens Monopoly.
De voor- en nadelen.
Nu komt het de spelsfeer niet echt ten goede als de kinderen boos worden. Sommige kinderen kunnen erg blijven hangen in hun woede. 16 procent van hen kan er dagen sikkeneurig onder blijven. Ongeveer een kwart van de ouders vindt daarom dat er na zo’n spelletje wel even gesproken moet worden. Wat is er precies gebeurd? Volgens pedagoog Krista Okma heeft ruzie tijdens Monopoly daardoor ook een voordeel. Kinderen kunnen er namelijk veel van opsteken. Zo leren ze hoe ze hun gevoelens moeten uiten, hoe ze hun grenzen kunnen aangeven en hoe ze zo’n akkefietje weer bij kunnen leggen.
Leren over emoties
“Ruziemaken leert een kind bijvoorbeeld om negatieve gevoelens te uiten, grenzen aan te geven, voor zichzelf op te komen en zich in een ander te verplaatsen”, zo legt Okma uit. “Ook kan ruzie een mooie aanleiding zijn om naderhand met een kind verder te spreken over competitie en het belang van winnen. Daarmee kan je je kind helpen om gebeurtenissen in een spelletje te relativeren, zodat ze hun emoties beter kunnen beheersen.”
Lees ook: ‘Mijn vriend miste de geboorte van ons kindje vanwege een spelletje op zijn telefoon’
Fan van dit artikel? Bewaar hem op Pinterest!
Bron: Monopoly | Beeld: Pexels