Lagere heffingskortingen en pensioenpremies
De daling in netto-inkomen wordt vooral veroorzaakt door lagere heffingskortingen. Daarnaast speelt in sommige sectoren een stijging van de pensioenpremies een rol. Vooral werknemers in de metaal- en technieksector worden hierdoor getroffen. Bij een brutoloon van 2.000 euro verdienen zij dit jaar gemiddeld 72 euro per maand minder.
In andere sectoren, zoals zorg, transport en de overheid, blijft de daling beperkt tot enkele tientjes per maand. Opvallend is dat parttime bouwvakkers juist iets meer overhouden, doordat hun pensioenpremie lager uitvalt.
Fulltimers profiteren vaker
Voor fulltime werknemers ziet de situatie er gunstiger uit. Bouwvakkers met een modaal inkomen houden gemiddeld 53 euro per vier weken meer over. Ambtenaren, zorgpersoneel en transportmedewerkers met een vergelijkbaar loon krijgen er netto zo’n 40 euro per maand bij.
Belangrijke nuance
ADP benadrukt dat de berekeningen zijn gebaseerd op een gelijkblijvend brutoloon. Eventuele loonsverhogingen door cao-afspraken of promoties zijn hierin niet meegenomen. Toch bevestigen de eerste loonstroken van januari dat veel parttimers er netto op achteruitgaan, zoals eind vorig jaar al werd voorspeld.
Een wisselend beeld
De impact van de nieuwe regels verschilt sterk per sector, vooral door de variatie in pensioenpremies. Voor werknemers met een lager inkomen is de daling in koopkracht dit jaar een tegenvaller, terwijl veel fulltimers juist kunnen rekenen op een klein plusje.
- Nu.nl
- Adobe Stock