Heb jij last van een vitamine D-tekort?
De een geniet met volle teugen van de winter en de ander kan niet wachten tot het weer zomer wordt. Deze beide seizoenen hebben voor- en nadelen. In de zomer kun je genieten van warmere temperaturen en langere dagen. In de winter kunnen we soms weer genieten van sneeuw en hopen we elk jaar weer dat we kunnen schaatsen. Eén van de nadelen in de winter is echter dat de dagen korter zijn en we dus minder zonlicht hebben. Hierdoor krijgen veel mensen in de winter te maken met een vitamine D-tekort.
Hoe merk je of je een vitamine D-tekort hebt?
Een vitamine D-tekort kan zich op verschillende manieren uiten. Zo kun je het bijvoorbeeld merken aan je huid. Je kunt last krijgen van meer puistjes of van een droge huid. Bovendien kun je je lusteloos voelen, kampen met spierzwakte, last hebben van (chronische) vermoeidheid en vaker een griepje onder de leden hebben. Gelukkig zijn er een aantal manieren waarop je een vitamine D-tekort kunt voorkomen.
Vul je tekort aan met de juiste voeding
Hoewel je het grootste gedeelte van vitamine D aanmaakt via zonlicht, haal je deze vitamine ook – in kleine hoeveelheden – uit je voeding. Zo wordt vitamine D toegevoegd aan margarine, halvarine en andere bak- en braadproducten. De volgende voedingsmiddelen kun je ook vaker eten om meer vitamine D aan te maken:
- Vette vis (zalm, makreel, tonijn, haring)
- Eieren
- Lever
- Melkproducten
Supplementen slikken
In de winter zitten veel mensen meer binnen dan in de zomer. Bovendien schijnt de zon een stuk minder, waardoor veel mensen minder vitamine D aanmaken. Maar ook als je veel buiten bent in de winter en goed op je voeding let, is daarmee nog niet gezegd dat iedereen evengoed vitamine D opneemt. Zo maken zwangere vrouwen, vrouwen boven de vijftig jaar of ouder, bejaarden en mensen met een getinte of donkere huid minder vitamine D aan in de zon. Deze mensen hebben daardoor meer behoefte aan vitamine D. De gezondheidsraad adviseert dan ook om supplementen te gebruiken. Je kunt als het ware vitamine D kopen in de vorm van poeder, druppels of capsules.
Ga vaak genoeg naar buiten
De zonnestraling is van april tot oktober sterk genoeg om voldoende vitamine D aan te maken. Mits je tussen 11:00 uur en 15:00 uur buiten bent. Je hoeft heus niet vier uur lang buiten te zijn om genoeg vitamine D aan te maken: een half uurtje is al voldoende. Als het hartje zomer is, is het overigens wel belangrijk om je goed in te smeren. In de maanden november tot maart is het lastiger om de zonvitamine aan te maken. In dat geval zou je dus supplementen kunnen nemen.
Lees ook: Zo weet je precies hoe laat je moet slapen voor een optimale nachtrust
Wil je dit artikel bewaren? Pin ’t op Pinterest!
Bron: Flinndal, Voedingscentrum | Beeld: Pexels